“Het is belangrijk dat we gaan bouwen. Ook in uw achtertuin.”
Tot 2030 moeten er in Nederland 900.000 extra woningen worden gebouwd. Dat heeft ook impact op Wassenaar. Op 3 juni stonden directeur-bestuurders Isis Desumma van de Wassenaarsche Bouwstichting en Marc Fischer van Woningbouwvereniging St. Willibrordus zij aan zij om aandacht te vragen voor de grote woningbouwopgave. Bij Sociaal Kontakt Wassenaar (SKW) schetsten zij het probleem en droegen zij mogelijke oplossingen aan. Zo’n veertig mensen woonden de presentatie bij en stelden hun vragen aan beide corporatiedirecteuren.
De Wassenaarse corporaties verhuren samen 3.300 sociale en midden huurwoningen in Wassenaar. Dat is in totaal 25 procent van het Wassenaarse woningbezit. “Het streven is 30 procent”, vertelt Fischer. “Dat is afgesproken in het nieuwe coalitieakkoord. Samen met de gemeente sturen wij aan op meer nieuwbouwprojecten.” Tussen 2015 en 2022 stond wonen landelijk niet hoog op de politieke agenda. De corporaties moesten terug naar de kern en mochten alleen bouwen voor de primaire doelgroep. Ook kregen ze te maken met een verhuurdersheffing. “We moesten 20 tot 25 procent van onze omzet afdragen”, legt Fischer uit. “Dat geld kon niet in de woningen geïnvesteerd worden.”
Ruimte om te investeren
Sinds 2022 staat bouwen weer hoog in het vaandel. Dat jaar zijn er Nationale Prestatieafspraken gemaakt voor de woningbouwopgave. De afspraken voor Haaglanden zijn in 2023 vastgelegd in de Regionale Realisatieagenda Wonen Haaglanden. De verhuurdersheffing werd per 1 januari 2023 afgeschaft, zodat de corporaties weer ruimte hebben om te investeren. “Ter compensatie van de afschaffing van de verhuurdersheffing stelt het Rijk verschillende eisen”, zegt Fischer. “We moeten extra woningen bouwen, verduurzamen en zorgen voor leefbare wijken en huurmatiging.” Een aanwezige huurster vertelt dat ze niets van de huurmatiging gemerkt heeft. Sterker nog, haar huur gaat per 1 juli behoorlijk omhoog. Desumma legt uit hoe dat komt. “Vorig jaar zetten we in op een huurmatiging voor de lagere inkomens. Een aanzienlijk aantal huurders kreeg een huurverlaging. Dit jaar gaan zij wel gewoon mee in de huurverhoging van 5,3 procent. Wij hebben begrip voor uw bezwaar tegen de verhoging. Voor ons is betaalbaarheid een belangrijk aandachtspunt. Om die reden houden we de huurstijging lager dan de inflatie. Toch ontkomen we niet aan een verhoging. De huren zijn onze enige inkomstenbron. Het geld gebruiken wij weer om te investeren in woningbouw, verduurzaming en leefbaarheid.”
Extra woningen nodig
De corporaties in Haaglanden staan voor de opgave om tot 2030 in totaal 25.000 woningen bij te bouwen, waarvan 21.000 sociale en 4.000 midden huurwoningen. In Wassenaar gaat het om 400 extra corporatiewoningen. Het aantal woningzoekenden in Haaglanden steeg vanaf 2019 van 155.000 naar 190.000. Van de woningzoekenden komen er 3.000 uit Wassenaar. Zij staan gemiddeld zes jaar op de wachtlijst voordat zij een woning vinden. Per vrijgekomen woning in Wassenaar reageren gemiddeld 204 mensen. De corporaties proberen de doorstroming te stimuleren, maar dat is best ingewikkeld. Mensen die lang staan ingeschreven zijn ‘terecht’ heel kritisch. “Sommige woningen zijn meer dan vijftig keer geweigerd”, vertelt Annechien Visser, manager Wonen bij Woningbouwvereniging St. Willibrordus vanuit de zaal. Iemand anders merkt op dat ouderen wel willen verhuizen, maar dat ze dan een goedkope, ruime woning moeten inruilen voor een veel duurdere, kleinere woning. Desumma wijst erop dat de totale woonlasten wel lager kunnen uitpakken, doordat een kleinere woning duurzamer is. Maar dat is niet altijd het geval. Fischer vindt dat de corporaties daar creatiever mee kunnen omgaan. “We kunnen onderzoeken of er instrumenten zijn om doorstroming aantrekkelijker te maken.”
Oplossingen
“We moeten anders kijken naar woningbouw”, zeggen Desumma en Fischer. “Het is belangrijk dat we gaan bouwen. Ook in uw achtertuin. Iedereen snapt het probleem, maar het wordt ingewikkeld als het dichtbij komt. Toch mogen we de woningzoekenden niet uit het oog verliezen.” Naast bijbouwen, zal ook gekeken moeten worden naar andere creatieve oplossingen voor het woningtekort. Bijvoorbeeld herstructureren en verdichten. De nieuwbouw aan de Stompwijckstraat is daar een mooi voorbeeld van. Daar werden 40 verouderde woningen gesloopt en vervangen door 86 nieuwbouwappartementen. Ook kan gedacht worden aan flexwonen, een woning delen, aftoppen van de huur of een andere manier van bouwen, waardoor woningen binnen veel kortere tijd gerealiseerd kunnen worden.
Ideeën
De huurders in de zaal dragen ideeën aan waar de corporaties mogelijk wat mee kunnen. Iemand pleit voor kleinschalige projecten, waar mensen elkaar kunnen ondersteunen, zodat er minder zorg nodig is. Fischer geeft aan dat de corporaties ook aandacht hebben voor de combinatie van wonen en zorg. “Nederland is aan het vergrijzen. De zorg wordt teruggeschaald en iedereen blijft langer thuis wonen. We moeten het probleem aan huis oplossen. Daarom kijken we hier samen met de gemeente en de zorgpartijen op een andere manier naar.” Een andere bewoner wijst op mogelijkheden om meer te bouwen aan de Van Rechterenstraat. Ook wethouder Ritske Bloemendaal is aanwezig. Desumma geeft aan dat ze met hem in gesprek is over verschillende scenario’s voor deze locatie. Een bewoonster van Oostdorp roept op om meer aan leefbaarheid te doen in deze wijk.
Steun nodig
Van de corporaties wordt gevraagd om maximaal te investeren. “Wij moeten de grenzen opzoeken”, zegt Fischer. “De verhouding is compleet zoek. Van ons wordt verwacht om meer te doen, terwijl we minder middelen ter beschikking hebben door onder meer de inflatie en de stijgende kosten voor bouwmaterialen.” De corporatiedirecteuren geven aan wat ze nodig hebben om de benodigde extra woningen te realiseren. “Het begint met concrete bouwlocaties. We hebben de steun nodig van de gemeente en de inwoners. De woningzoekende zou bij alle partijen meer centraal moeten staan. Er is een intensievere samenwerking nodig in de regio. En we hebben een beter perspectief nodig op onze financiën.”