Nieuwbouw
De tweede fase van de Zorgcampus is bedoeld voor ouderen die op enig moment comfortabeler willen wonen, op een centrale plek in het dorp, met als dat nodig is ook zorg aan huis.
De tweede fase van de Zorgcampus is bedoeld voor ouderen die op enig moment comfortabeler willen wonen, op een centrale plek in het dorp, met als dat nodig is ook zorg aan huis.
De nieuwbouw zijn in zorgvuldig overleg met de omgeving tot stand gekomen. Dit gebeurde in een door de Wassenaarsche Bouwstichting en buurtvereniging Burgwey opgerichte plangroep, bestaande uit 7 buurtbewoners, de ontwikkelaar en de projectleider van de gemeente. De plangroep werd ondersteund door procesmanager Marc Numann, Newman in Town. De plangroep heeft zelf een architect geselecteerd. Dit is Ruud van der Kroft van KvdK-architecten. Voor het ontwerp van de buitenruimte is René Lagendijk betrokken; dezelfde landschapsontwerper die ook de tuin van fase 1 heeft ontworpen.
Het werk van de plangroep
De plangroep heeft in 8 bijeenkomsten stapsgewijs gewerkt aan een afwegingskader en een hierop gebaseerd planvoorstel. Alle bijeenkomsten zijn vastgelegd in een logboek, waardoor de gemaakte keuzes transparant en voor iedereen te volgen zijn.
De plangroep heeft zich vooral gericht op architectuur, stedenbouwkundige inpassing, parkeren en terreininrichting. De plangroep was vrij om hierin zijn eigen keuzes te maken. De WBS stuurde op programma (ouderen, verdeeld over een mix van sociale woningbouw en vrije sector), omvang (ongeveer hetzelfde oppervlak als het bestaande gebouw) en op het onderzoeken van twee varianten (hergebruik bestaande gebouw en sloop-nieuwbouw).
De plangroep heeft stapsgewijs gewerkt, beginnende bij de inventarisatie van wensen en ambities. Via een variantenstudie is uiteindelijk een voorkeursmodel gekozen, dat vertaald is een set algemene ontwerpprincipes. Het voorkeursmodel is uitgewerkt tot schetsontwerp en vervolgens tot voorlopig ontwerp en uiteindelijk tot definitief ontwerp.
Ontwerpprincipes
De ontwerpprincipes die de plangroep heeft vastgesteld vormen samen het kader waar het ontwerp aan moet voldoen.
Architectuur
-
Passend in de buurt (baksteen) en bij fase 1 qua materialisering, maar niet alle nieuwbouw exact hetzelfde, om te voorkomen dat het geheel oogt als één massief gebouw.
-
Schuine kappen hebben de voorkeur
-
Gelede gevels om de gebouwen optisch kleiner te maken
-
Entrees zodanig positioneren dat de parkeerplaatsen op eigen terrein hier logisch op aansluiten. Dit zorgt dat de parkeerplaatsen op eigen terrein als eerste worden gebruikt en niet de plekken langs de weg.
Stedenbouw
-
De plangroep heeft zijn duidelijke voorkeur uitgesproken voor totale nieuwbouw boven hergebruik hoofdgebouw
-
Bouwen in 4 lagen
-
In grote lijnen de contouren van het huidige gebouw volgen
-
Indicatie van het nieuw te realiseren vloeroppervlak is gelijk aan dat van de huidige gebouwen: 11.000 m2 bruto vloeroppervlak.
Inrichting gebied
-
Bestaande bomen en boomstructuren zoveel als mogelijk behouden
-
Nieuwe bomen, heestergroepen en gras toevoegen
-
Beleefbare relatie water en maaiveld
-
Glooiende voetgangerspaden die het binnengebied ontsluiten
-
Parkeerplekken die langs de Poortlaan liggen groen afzomen door middel van een haag
Doelgroep en programma
De doelgroep voor dit project zijn ouderen. Zij wonen hier zelfstandig, maar de plattegronden van de woningen zijn zo ontworpen dat bewoners zelfstandig hulp in kunnen kopen. Dit betekent bijvoorbeeld dat de badkamers en toiletten en buitenruimten geschikt zijn voor rolstoelgebruikers.
Het programma bestaat uit 93 woningen, verdeeld over verschillende segmenten:
Toelichting Ontwerp
De losstaande gebouwen met doorzichten transformeren het gebied dat nu van de wijk wordt afgeschermd door een aaneengesloten bebouwing rondom een besloten tuin, naar een karaktervol open parklandschap dat onderdeel wordt van de wijk.
Belangrijke stedenbouwkundige hoekpunten, zichtlijnen en entrees worden geaccentueerd in de architectuur en geven de gebouwen hun oriëntatie. De gebouwen zijn ‘alzijdig’, dus hebben geen achterkanten. Ze staan vrij in het parklandschap.
Architectuur
Open en gesloten
De gevels aan de buitenzijde van het gebied zijn meer gesloten van karakter. Zij hebben smallere raamopeningen in een gelijkmatig repeterend patroon. De gevels aan het binnengebied zijn opener van karakter om de visuele verbinding met het parklandschap te optimaliseren. De balkons aan de openbare zijde zijn gesloten met metselwerk balkonranden. Balkons aan de zijde van het park zijn transparant om meer zicht op het parklandschap te krijgen.
Rijke detaillering
Door horizontale metselwerk banden van staand metselwerk wordt het gebouw visueel gebroken in hoogte. Het horizontale karakter sluit aan bij het parklandschap. Er ontstaat een klassieke indeling van het gebouw waarin het gebouw wordt opgedeeld in een plint, middenstuk en dak.
De prominente rijk gedetailleerde bovenrand met inpandige goot en het dak zijn een eigentijdse verwijzing naar de omliggende jaren 30-architectuur in de wijk. De bovenste laag is als kap laag ontworpen met geïntegreerde inpandige balkons. In de schuine kap zijn een aantal dakkappellen gemaakt welke in de dakgoot staan waardoor een spannend ensemble ontstaat tussen gevel en dak en de gebouwen onderling.
De kleuren metselwerk zorgen dat de gebouwen visueel zelfstandig in het parklandschap worden gepositioneerd. De roodbruin genuanceerde baksteen sluit aan bij de overwegend rode baksteen in de wijk. De geel genuanceerd baksteen brengt contrast tussen de gebouwen en maakt van het ensemble van gebouwen een statig geheel dat aansluit op het parklandschap.
Een parklandschap
Vanaf het begin is de ambitie geweest om het park met de vijver meer onderdeel te maken van de wijk. Er is een open parklandschap ontworpen, waarin bestaande bomen zoveel mogelijk behouden blijven. Deze worden aangevuld met nieuwe bomen, heesters en gras.
De parkeerplekken liggen aan de noord-, oost- en westzijde van het plan zodat het middengebied groen en vrij kan blijven. De plekken worden afgezoomd met groene hagen zodat de auto’s zoveel mogelijk uit het beeld blijven.